maandag 23 september 2013


23 september 2013

Bezoek Ooijpolder bij Nijmegen
De blauwe links verwijzen naar de Wikipedia


De Ooijpolder (ook wel Ooypolder) ligt nabij Nijmegen in de gemeente Ubbergen
in de Nederlandse provincie Gelderland. Een klein gedeelte, de Ooyse Schependom, ligt in de gemeente Nijmegen.
Het is een belangrijk deel van natuurgebied de Gelderse Poort. De polder is het gebied tussen rivier de Waal en de N325 met inbegrip van de heuvelrug de Ooijse Graaf bij Leuth-Erlecom. 
Aan de oostzijde is de polder begrensd door de Kapitteldijk en de Duffelt. De polder kent zowel een binnen- als buitendijks gebied. In de polder ligt ook het dorp Persingen.

Terpboerderij De Plak in de Ooij
Terpboerderij de Pol in de Ooij
Terpboerderij Plezenburg in Leuth

Voordat er dijken waren, was de ooijpolder een moerasgebied dat vaak onder water stond. Rond 1300 werden de eerste dijken in het gebied gebouwd. De Ooijpolder viel onder het polderdistrict Circul van de Ooij, dat al in 1580 de dijkrechten had. In 1958 is het district Circul van de Ooij opgeheven en het gebied valt nu onder het polderdistrict Groot Maas en Waal. Een monument op de Ooijse Waaldijk herinnert aan het dijkmagazijn van de Circul van Ooij, dat hier stond.

Monument voor het dijkmagazijn van de circul van Ooij
Kerkje te Persingen
Zicht op Persingen
Ook na de aanleg van de dijken liep dit gebied onder bij hoogwater. Het gebied is waterrijk met oude rivierarmen en een rijkdom aan wielen


Een van de wielen in Natuurgebied Panneweel
en vijvers. Soms waren de overstromingen echte watersnoodrampen. Meerdere archeologische terreinen in de Ooijpolder bevatten resten van vroegere (Middeleeuwse) bewoning, verdwenen door overstromingen. Zo werd in 1809 het dorp Persingen door een grote overstroming vrijwel geheel weggevaagd. Persingen is niet meer echt herbouwd en wordt nu beschouwd als het kleinste kerkdorp van Nederland.

Deze frequente overstromingen lieten zand en vruchtbare klei achter wat ervoor zorgde dat het bewoonbaar gebied werd. Ook na het aanleggen van de dijken liet men het water op een gecontroleerde manier bij zogenaamde overlaten in de polder stromen. Dit om tegendruk te verkrijgen om zo dijkdoorbraken te voorkomen en voor het aanvoeren van vruchtbare klei.
Hollands-Duits gemaal
De Grote Geule in Kieldrecht is ontstaan door een dijkdoorbraak in de 16e eeuw
Tijdens de Koude Oorlog werd de IJssellinie gebouwd om een deel van Nederland onder water te laten lopen bij een Russische invasie. Ook de Ooijpolder was onderdeel van deze linie.
Tot medio 2005 was er sprake om de Ooijpolder en Rijnstrangen te gebruiken als


Oude Rijn
noodoverloopgebieden bij hoogwater van de Waal. De gedachte bij deze noodoverloopgebieden is om de rivier op vooraf bepaalde gebieden buiten haar oevers te laten treden waardoor het waterpeil daalt en de stroomsnelheid afneemt. In deze noodoverloopgebieden kan het water wegzakken in de grond en/of met enige vertraging verder stromen in de rivier. Tegenwoordig is het niet meer wenselijk om de polder te reserveren om onder water te laten lopen, vanwege haar hogere bevolkingsdichtheid.
Het natuurgebied wordt beheerd door Staatsbosbeheer en heeft een gevarieerde vegetatie. Op de hoger gelegen delen, bestaande uit zandgrond bevinden zich veel struiken. Op de lager gelegen delen heeft men te maken met kleigrond met gras.


Door het waterbeheer is de oorspronkelijke moerasgrond aanzienlijk verdroogd en er zijn meer bomen gaan groeien. Dit heeft ertoe geleid dat de populatie van vogelsoorten en andere dieren is veranderd. Men vindt er echter nog steeds de zwarte stern,


Zwarte stern
de roerdomp en de grote karekiet echter in verminderde aantallen.
Roerdomp
Grote karekiet
De Ooijpolder werd gebruikt als 'reservaat' voor het przewalskipaard

przewalskipaarden
waardoor deze paardensoort opnieuw in Mongoliëgeïntroduceerd kon worden.

Meer info: 

zaterdag 21 september 2013

21 september 2013

De blauwe links verwijzen naar de Wikipedia

Vandaag naar Amersfoort gereden om een via Marktplaats aangekochte gipsen torso (slechts 27 cm.) op te halen. Om 8 uur van huis gegaan en om 9.10 uur in Amersfoort aangekomen.


Lullig beeldje
Daarna doorgereden naar Haarlem voor een bezoek aan ma.
Rond 13.00 uur naar Bloemendaalse strand gereden en een portie kibbeling gegeten en twee haringen meegenomen.
Vervolgens stoomgemaal "De Cruquius" bezocht, een imposante stoommachine die 8 armen aandreef voor het leegmalen van de Haarlemmermeer, samen met de totaal gestripte stoomgemalen "De Lijnden" en "De Leeghwater".
De Cruquis heeft de grootste stoommachine ter wereld.

Gemaal De Cruquius uit 1849 is een van de drie gemalen waarmee de Haarlemmermeer tussen 1849 en 1852 is drooggepompt. Bovendien is het de grootste stoommachine ter wereld. Het gemaal is daarna nooit gemoderniseerd en in 1933 buiten werking gesteld. Het behoort tot de Top 100 der Nederlandse rijksmonumenten. Het is genoemd naar de Nederlandse waterbouwkundige Nicolaus Samuelis Cruquius, geboren als Nicolaas Kruik in 1678 te West-Vlieland. De imposante combinatie van techniek en architectuur maken dat De Cruquius een industrieel monument van wereldformaat is. Het gemaal heeft op zijn beurt de naam Cruquius gegeven aan het dorp in de nabijheid.
Het gezichtsverlies door de Belgische onafhankelijkheid in 1830 en twee gevaarlijke stormen in november en december 1836 deden koning Willem I in 1837 besluiten tot het 

Willem I


instellen van een staatscommissie die de droogmakingsplannen van het Haarlemmermeer moest beoordelen. En onmiddellijk ontbrandde een felle strijd tussen de voorvechters van de windmolen en die van de stoommachine. De strijd tussen wind en stoom werd door koning Willem I beslecht ten gunste van de vooruitgang. De droogmaking op stoomkracht werd een prestigeproject dat Nederland het industriële tijdperk inloodste. Men had uitgerekend dat er drie stoomgemalen nodig waren om het meer leeg te malen.
Stoomgemaal "De Cruquius"
De acht "pomp-armen" aangedreven door 's werelds
grootste stoommachine
In 1840 werd de eerste spade gestoken voor de 63 kilometer lange ringvaart en ringdijk. Nog voordat het meer was omsloten startte in 1845 de bouw van De Leeghwater dat als prototype diende voor de twee andere. De bouw van De Lijnden en de Cruquius startte in  

De Leeghwater


De Lijnden. Het gemaal gezien vanaf de overzijde van de Ringvaart
1847, ze werden voltooid in 1849. Na drie jaar en drie maanden was 800 miljoen kubieke meter water opgepompt. De Staatscourant van juli 1852 kopte: De Meer is droog! In totaal kostte de droogmaking ruim 10 miljoen gulden.

http://www.cruquiusmuseum.nl/

zondag 15 september 2013

Zondag 15 september

Open Monumentendag

kasteel Rosendael

NB. de oranje gekleurde woorden zijn clickable en verwijzen naar de Wikipedia


De donjon is oorspronkelijk zo'n 25 meter hoog geweest en heeft een diameter van 16 meter. Hiermee is het de grootste toren in zijn soort in Nederland. Het kasteel wordt in 1314 voor het eerst vermeld, en Graaf Reinoud I was de eerste bewoner. Ook zijn zoon  Reinoud II was er kasteelheer.
overgave Reinoud I bij de slag van Woeringen doormiddel van veren in de handen.
Na de graven en hertogen van Gelre werd het kasteel eigendom van drost Willem van Scherpenzeel, die het in 1579 verkocht aan Dirck van Dorth. Van Dorth liet veel aan het kasteel veranderen, en liet de tuinen, vijvers en beken aanleggen. Na Van Dorth werden achtereenvolgens de families Van Arnhem, Torck en Van Pallandt eigenaar van het landgoed en het kasteel.
Onder kasteelheer Lubbert Adolf Torck, die getrouwd was met de schatrijke Petronella van Hoorn, werden in 1732 de tuinen opnieuw aangelegd, onder architectuur van Daniel Marot. In deze tijd werden onder andere de schelpengalerijen aangelegd.
Van het oorspronkelijke kasteel is slechts de donjon overgebleven. In 1722 werd aan de toren een vierkant huis gebouwd, en werden diverse bijgebouwen en stallen gebouwd. Daarmee werd het meer een buitenhuis dan een kasteel.
De tuinen en vijvers werden in de negentiende eeuw aangepakt door architect Jan David Zocher jr.
Jan David Zocher jr.
In 1860 ontwierp architect Lucas Hermanus Eberson een wijziging van het interieur in opdracht van het echtpaar R.J.C. van Pallandt-Torck.
Na de Tweede Wereldoorlog, waarin het kasteel door een Amerikaanse bom werd geraakt, en het park gedeeltelijk was verwoest door een verdwaalde V2-raket, raakte het landgoed in verval, totdat in 1977 de laatste baron Willem Frederik Torck baron van Pallandt het overdroeg aan de stichtingen Het Geldersch Landschap en Vrienden der Geldersche Kasteelen. Het landhuis en de tuin werden gerestaureerd en gedeeltelijk voor publiek opengesteld.
Rosedael ca.1890-1900



Bij het binnenkomen van het park

Front aan zicht kasteel

De orangerie (in de zomer horica)
Zicht vanaf de orangerie


Front aanzicht
In de donjon

Eerste salon

De schelpen galerij



zaterdag 14 september 2013

Zaterdag 14 september 2013

Open Monumentendag



Stoomgemaal de Tuut is het enig overgebleven stoomgemaal in het poldergebied 'Het Land van Maas en Waal'. Vroeger stonden er in deze polder van 20.000 hectare 8 stoomgemalen en in het gehele Gelderse rivierengebied 34.Voor de waterbeheersing van alle polders in het stroomgebied van Rijn en Maas werden meer dan 50 stoomgemalen gebouwd. Van al deze gemalen is er nog slechts een over: Stoomgemaal De Tuut.

De stoomgemalen hebben van ongeveer 1846 tot halverwege de 20e eeuw het Land van Maas en Waal droog gehouden. Een uitzondering hierop vormen de twee grote overstromingen van 1861 en 1926 toen de rivierdijken bezweken. Dat viel echter de gemalen niet te verwijten.

Dankzij de stoomgemalen was Het Land van Maas en Waal al vroeg in het voorjaar voldoende droog om geploegd en gezaaid te kunnen worden. Dat heeft de ontwikkeling van de welvaart van deze streek enorm bevorderd. Voor de komst van de stoomgemalen was dit namelijk een van de armste gebieden van Nederland.
De bouw van het stoomgemaal De Tuut legde dus mede de grondslag voor de ontwikkeling van de welvaart in dit gebied.
Er is dan ook veel te vertellen over deze streek en met name over de bouw van het stoomgemaal en de mensen die er werkten.


Ketel 2 en 3. Ketel 2 wordt gereviseerd

Ketel 1 wordt gestookt

Een mooi vuurtje

Ketel 3. Gefabriceerd door Stork Hengelo

De zuigerkamer

Spreekt voor zich

Metertjes, maar waarvoor?

Een kleinere machine. Verkregen als stoommachine van een watermolen ter ondersteuning van de wind

Voor meer informatie: http://www.de-tuut.nl